Wat gebeurt er sinds 1 jaar in de zee rechtover “De Rampe”?Waarom liggen daar boeien op ongeveer 1 zeemijl (1.852m) afstand van de kust?
In ons nieuwe clublokaal was op dinsdag 18 juli een vrij talrijk publiek opgekomen, zowel inwoners als toeristen om te luisteren naar de infomoment “Experimenten met riffen in De Panne”.
Na de verwelkoming door Hannelore Malfait werd het project “Coastbusters” toegelicht door Tomas Sterckx van Deme. Het proefproject is een samenwerking tussen meerdere “grote spelers” gecoördineerd door het Vlaams Agentschap ‘INNOVEREN & ONDERNEMEN’. Het project dat over drie jaar loopt wordt volledig gefinanciëerd door deze projectpartners die deze techniek bij succes willen verkopen in het buitenland.
De partners: baggeraars DEME en De Nul, textielfabrikant Sioen, milieuconsultant eCoast en ILVO
Voor het strand van De Panne, ongeveer 1 zeemijl (1.852 m) in zee, loopt een uniek experiment. Een consortium van bedrijven en wetenschappers onderzoekt er of het mogelijk is de kust te beschermen met behulp van riffen van schelpdieren, zeewieren en schelpkokerwormen. Deze testen kaderen in een project om ervoor te zorgen dat onze stranden niet meer wegspoelen bij stormweer.
Door een rif aan te leggen van 100 m2 hoopt het losse zand van de onderwaterzandbanken, dat anders bij zware stormen vrijkomt en wegspoelt, ter plaatse te houden. Dat is belangrijk, want zolang dit zand niet beweegt, zal ook het strand niet bewegen. In het verleden werd onze kust altijd beschermd met harde structuren, zoals golfbrekers of dijken, maar vandaag zoekt men naar duurzame manieren om onze kust te beschermen en die vind je in de natuur zelf.
Deze test zijn reeds een jaar geleden gestart maar nog te vroeg voor resultaten. De proef duurt tot 2021). Wel zijn 2 van de 5 boeien verdwenen.
Het natuurlijke rif werd opgebouwd uit drie delen.
1. In eerste instantie werd zeewier of -gras geplant. De firma Sioen heeft textiel ontwikkeld waarop algen gemakkelijk en snel kunnen groeien. Die matten met de algen erop, zijn vastgemaakt op de zeebodem. Ze worden op grote stalen frames gespannen zodat de algen een stabiel draagvlak krijgen.
2. Een tweede buffer is een mosselrif. Onder het wateroppervlak is een touw gespannen, zoals men dat nu al gebruikt om mosselen te kweken. Daaraan hechten zich mossellarven die uitgroeien tot een mossel met schelp. Na een tijdje vallen de mosselen van de draad en hechtende zich aan de zeebodem (wellicht vergelijkbaar met het kweken van de “Moules de Dunkerque” maar daar mogen ze juist niet op de zeebodem vallen). Op de bodem ligt in De Panne een geotextielzak die de hechting moet bevorderen. Op die manier klitten de mosselen samen en vormen ze een natuurlijk rif met hun schelpen.
3. In derde instantie is het ILVO aan het onderzoeken of er een rif kan gecreëerd worden met schelpkokerwormen. Deze wormen nestelen zich in het zand en maken een kalken kokertje om zich te beschermen. Zo stabiliseren ze de bodem. Die wormen zullen hun kokertje steeds hoger bouwen waardoor een rif ontstaat. ILVO bestudeert momenteel de diertjes en hun gewoonten opdat het een omgeving kan creëren waarin de diertjes zich goed voelen (o.a. ook laboproeven). Daarnaast wordt ook onderzocht of de wormen kunnen gekweekt worden in zee of op het strand.
Meer info: klik op de bijlage.
je kunt het artikel ook lezen op https://debliedemaker.wordpress.com/2018/07/21/testproject-coastbusters-vlak-voor-de-rampe/.
Met grote dank aan José Decoussemaker.